Het Nationaal bus-museum vindt het belangrijk om het ontstaan van de eerste lijndienst levend te houden, en tegelijk op deze manier ook een stukje cultuur aan het publiek door te geven. Naast dat het museum steeds op zoek is naar nieuwe ingrediënten voor het museum, blijft de eerste bus, een oude Daf in het museum een trots bezit.
Niet alleen de bussen zelf bepalen de historie in het museum, ook de organisaties die eigenaar waren van de bussen zijn inmiddels voor een groot gedeelte historie. De eerste Daf bus die in 1978 het museum binnen kwam was eigendom van de GADO (de Groninger Autobus Dienst Onderneming), die in 1925 de eerste pasgangers verwelkomde tussen Hoogezand en Noordbroek.
In het museum staan verschillende oude lijnbussen die in de twintiger jaren rondgereden hebben in onder andere onze regio. Bezoekers kunnen in het museum plaatsnemen in een tweetal oude bussen, om te ervaren hoe het comfort voor de reizigers destijds was. De bussen die tentoongesteld staan zijn van verschillende perioden. Zo staat er een bus die voor de tweede wereldoorlog nog rond heeft gereden als lijnbus. Ook is het opmerkelijk om te zien dat één van de eerste belbussen te zien is. Ook toen was het al nodig om aanvulling op het normale streekvervoer te hebben.
Qua bezoekers aantallen wil het bestuur van het museum de groei er verder in zetten, ook om de jonge generatie meer te betrekken in deze cultuur van vroeger. We willen de komende jaren onze organisatie vernieuwen en met de tijd mee gaan. Ons verhaal moet moderner worden, zegt Rob Bezema, directeur van het museum.
