Mandoline Orkest KES uit Hoogezand bestaat 100 jaar. Het orkest heeft 10 leden die de mandoline, mandola en gitaar bespelen. Op donderdagochtend 15 december is wethouder Annemiek Hoesen op felicitatiebezoek geweest bij het Mandoline Orkest Kes. Ze repeteren dan in De Notenboom Sappemeer.
In 1922 is KES opgericht in Hoogezand-Sappemeer. Ze waren tot 2014 een zelfstandige vereniging. Ze deden mee aan concoursen en festivals en traden met regelmaat op. Het orkest bestond vroeger uit meer dan 25 mandoline-, mandola- en gitaarspelers. Zoals met veel verenigingen is het aantal leden door de jaren heen minder geworden. Maar de resterende spelers hebben er niet minder plezier in. Muzikaal en sociaal is een dergelijk orkest van grote betekenis. Het Mandoline Orkest heeft al op veel plekken opgetreden. Eén van de mooiste optredens was in Bellingwolde bij de opening van een expositie van Maya Wildevuur. Maar KES heeft ook meegedaan aan de projecten met ouderen en bij theatervoorstellingen in de Koepelkerk. En ze stonden trouw op de Oranjemarkt voor muziekschool de Notenboom te spelen. KES is en blijft een begrip in Sappemeer en omstreken. Het geeft spelers en publiek veel plezier.
Joahanna ’t Hoen is al meer dan 40 jaar lid van KES. Door corona kon hier geen aandacht aan besteed worden. Dit moment wordt daarom ook gebruikt om aandacht te schenken aan haar jarenlange trouw en inzet voor het orkest. Ook Marie wordt als oudste lid van KES nog even in het zonnetje gezet. Ze weet nog steeds prachtige melodieën uit haar mandoline te toveren. Vanaf 2014 tot 2020 heeft Jacintha Porrenga het orkest met heel veel plezier geleid. In 2020 heeft ze het dirigentenstokje aan Hans Battenberg overgedragen. Hij leidt het orkest nu.
Wethouder Annemiek Hoesen: “Het is mooi dat er vanuit het gemeentebestuur officieel aandacht is voor het Mandoline Orkest en de begeleiding. Ik heb enorm respect voor de leden van Kes die zich al zoveel jaar met hart en ziel inzetten voor het orkest. Ze leveren hiermee een enorm mooie muzikale en sociale bijdrage aan Midden-Groningen”