Leegstaande schoolpanden. Nieuwe woningen.

Op donderdag 5 oktober presenteerde het college het Plan van Aanpak voor Vrijkomende Locaties. De locaties betreffen voornamelijk voormalige schoolpanden die leeg zijn komen te staan in navolging van het Scholenprogramma. In totaal gaat het om 22 locaties verspreid over de hele gemeente. De schatting is dat er 211 nieuwe woningen worden gebouwd.

Dat er gekozen wordt voor woningbouw is zeker begrijpelijk, gezien de opgave om meer woningruimte te realiseren. Tijdens het Scholenprogramma, dat ertoe diende om scholen meer aardbevingsbestendig te maken is er veel nieuwbouw gerealiseerd en zijn oude panden leeg komen te staan. De meeste van deze panden zijn beschadigd en zullen naar verwachting worden gesloopt. Enkele panden, zoals bijvoorbeeld de christelijke basisschool De Parel, worden aangemerkt als ‘karakteristiek’. Hier zal de gemeente kijken of het mogelijk is om het pand te behouden.

In de raad was veel discussie over de woningmix en de prijsklasse van de woningen. Zo schetst het plan een verhouding van 16% sociale huur, 34% in de prijsklasse tot 355 duizend euro, 37% tussen 355 duizend en 500 duizend euro en de overige 13% boven een half miljoen euro. De prijsklasse tot 355 duizend euro wordt gekenmerkt als ‘betaalbaar’. Ida Klaassens (SP) en Anneke Perdon (PvdA) wezen erop dat een te klein aandeel sociale huur betreft en dat de woningprijzen echt aan de hoge kant zijn voor deze gemeente. Is er woningmarktonderzoek gedaan? Sluit deze woningmix aan bij de behoefte in de samenleving? Marjolein Vulpes (VVD) bevroeg of er niet meer woningen hadden kunnen worden gebouwd. Hoe zit het met hoogbouw? Of tiny houses?

Wethouder Drenth onderschreef de kritiek, maar benadrukte dat de gemeente nu eenmaal moet samenwerken met marktpartijen. Het college schetst kaders en stelt voorwaarden. Ook is er woningmarktonderzoek gedaan, maar uiteindelijk moeten spelers in de markt de opdrachten oppakken. Zo was er geen interesse vanuit woningcorporaties, waarschijnlijk omdat het kleine locaties betreft en het niet kosten-efficiënt is om hier sociale huurwoningen te realiseren. Voor dergelijke kleine locaties is het vaak interessanter voor kleine ontwikkelaars om duurdere woningen te realiseren.

Ook stelde wethouder Drenth dat dit project in context moet worden bekeken van het gehele woningbouwprogramma. Zo wordt er bij de gebiedsontwikkeling in Hoogezand-Noord aangestuurd op 60% sociale huurwoningen. Wethouder Drenth benadrukt dat over de hele linie betaalbaar wonen absoluut prioriteit heeft.

Dat de huizen aan de dure kant worden kon wethouder Drenth ook beamen. De gemiddelde WOZ-waarde van een woning lag in de gemeente Groningen in 2021 op 247 duizend euro. Zelfs met de inflatie in de afgelopen twee jaar ligt dit ver onder de 355 duizend euro die nog als ‘betaalbaar’ wordt gekenmerkt. Wethouder Drenth wees wel op de mogelijkheid dat sommige mensen hun huidige woningen tegen hogere prijzen zullen kunnen verkopen, waardoor deze prijsklasse wel haalbaar wordt en er doorstroom kan plaatsvinden.

De uitvoering vindt plaats in drie fases en spreidt zich over een periode van tien jaar. Voorlopig zijn er tien projecten aangewezen waarmee de gemeente en ontwikkelaars van start gaan.

Er wordt een aparte webpagina gelanceerd waar het hele programma te bekijken is.

Tip voor de redactie?

Tip of nieuws voor onze redactie? Stuur dan een e-mail naar info@rtvmiddengroningen.nl