Op donderdag 26 september was er een spoeddebat in de gemeenteraad over de plannen van Defensie om een munitiedepot in Midden-Groningen te plaatsen. Het debat werd geagendeerd door de ChristenUnie en Partij van de Arbeid die vonden dat het onderwerp veel te lang onder de radar is gebleven. Twee inwoners hadden zich ook als insprekers aangemeld.
Naast het spoeddebat hebben GBMG, GroenLinks en de BBP een motie vreemd aan de orde van de dag ingediend waarin ze het college oproepen om duidelijk stelling te nemen tegen de komst van munitiedepots in de gemeente Midden-Groningen. De komst van een munitiedepot zou voor de directe omgeving betekenen dat een deel van de inwoners gedwongen zou moeten verhuizen. Het is volgens de fracties onacceptabel dat mensen die al jarenlang te doen hebben met aardbevings- en versterkingsproblematiek nu weer gedupeerd zouden worden en gedwongen uit huis zouden worden geplaatst.
College kreeg storm aan verwijten
Het college werd het vuur aan de schenen gelegd door diverse fracties, die beargumenteerden dat het college nalatig is geweest in haar informatieplicht naar de raad toe. Al in december vorig jaar lag er een nota vanuit Defensie. In de maanden daarna is er vooral contact geweest tussen Defensie en de Provincie. In precies hoeverre het college zicht had op de plannen en de implicaties op de leefomgeving blijft onduidelijk.
Wat duidelijk is, is dat het college in samenwerking met de Provincie actief heeft meegeholpen aan het bepalen van een alternatieve locatie, toen duidelijk werd dat Defensie locaties Slochteren en Luddeweer onderzocht. Deze locaties waren volgens het college onwenselijk wegens nabije (plannen voor) woningbouw en een stijgend waterpeil. De alternatieve locatie betreft het oude NAM-terrein aan de Ooster-Zandenweg nabij Tjuchem. ‘Hier was immers al sprake van een veiligheidszone in verband met de NAM-locatie’, aldus wethouder Van der Burg. Ook had deze locatie een betere ontsluiting op de N33. De wethouder geeft aan dat het college destijds niet goed op de hoogte was van de implicaties die een munitiedepot mogelijk zou hebben op de directe leefomgeving.
‘Kul’, vinden diverse fracties. De impact van een grootschalig munitiedepot op de directe leefomgeving zou evident moeten zijn. Op zijn minst had het college eerst beter onderzoek kunnen doen, voordat het Tjuchem actief aandroeg als mogelijk alternatief. In een raadsbrief begin dit jaar worden de plannen vaag aangeduid en relatief rooskleurig omschreven volgens Niels Joostens (CU), terwijl toen al veel duidelijker naar de raad gecommuniceerd had kunnen worden wat de bedoeling was. Het college zou dus niet hebben voldaan aan haar actieve informatieplicht.
Wethouder Van der Burg geeft meermaals aan dat er ook een geheimhoudingsplicht gold vanuit Defensie. In hoeverre bepaalde zaken precies achter zijn gehouden wegens deze geheimhoudingsplicht blijft onduidelijk. De situatie heeft geresulteerd in een motie van treurnis die bijna unaniem is aangenomen.
Nij Begun?
Meermaals werd er verwezen naar de parlementaire enquête commissie, de ereschuld aan Groningen en de start van Nij Begun. In deze context een munitiedepot in een gemeenschap plaatsen waarbij een deel van de inwoners gedwongen uit huis zou moeten worden gezet, dat schuurt. ‘Dit is geen Nij begun, dit is Nije Ellende’, aldus Dewnarain van GroenLinks.
Meermaals werd er ook verwezen naar het windmolenpark bij Meeden, waarbij de regering had beloofd: ‘geen draagvlak, geen windmolenpark’. ‘Ondanks het gebrek aan het draagvlak is dat windmolenpark de inwoners ook door de strot geduwd’, klonk het meermaals in de raadzaal. Het vertrouwen in de regering lijkt broos.
Motie in de Tweede Kamer tegen munitiedepots in aardbevingsgebied
Op dinsdag 24 september is een motie aangenomen in de Tweede Kamer, die ook pleit voor het ontzien van het aardbevingsgebied bij de ruimtelijke uitbreiding van Defensie. De motie werd ingediend door de SP en GroenLinks-PvdA. Een ruime meerderheid steunt de motie, waaronder coalitiepartij PVV. Of het kabinet de motie uitvoert of naast zich neer legt zal moeten blijken.